Dat sporten bleef een beetje hangen in mijn systeem. Ik heb (toch weer) drukke weken, maar het lukt me wel om elke dag iets van beweging te krijgen: ik fiets, of ik wandel. (En soms probeer ik de beweegchallenge van de gemeente Dalfsen te doen, die elke dag om 10 uur in de Whatsapp binnenkomt. Met de nadruk op 'probeer ik...') Als ik nadenk over de lockdown in landen om ons heen, is het wel erg fijn dat wij wonen in Nederland, waar een ommetje maken/een frisse neus halen/etc nog steeds mogelijk is. En dat is maar goed ook: lichaamsbeweging en buitenlucht zijn van belang voor ons welzijn en onze gezondheid. Bij alleen maar binnen zitten, gaat het met onze lichamelijke en geestelijke gezondheid meestal niet bergopwaarts.
Deze lockdown lijkt op zichzelf ook wel op topsport. De eerste weken hebben we allemaal ervaren als een sprint: in de adrenaline moesten we ons een weg banen door de eerste chaos en sloegen we aan het re-organiseren in onze levens. Na de eerste weken daalt het besef in dat we hier nog wel een tijdje mee bezig zullen zijn, en maken we ons mentaal op voor een marathon. De persconferentie van afgelopen dinsdag maakt duidelijk dat het nog net even anders zit: we zijn bezig met een hordenloop. Een hele lange. En soms botsen we tegen een horde op en moeten we opnieuw beginnen, of schuiven we in elk geval een fase terug, zodat we de horde opnieuw kunnen proberen te nemen.
Kortom: ik had deze week zelf ook even wat optimisme nodig. En dan schieten me allerlei teksten te binnen, waardoor ik weer wat moed hervind.
Om te beginnen is daar het credo dat ik leerde kennen doordat ik in Groningen langs het Reitdiep fietste, langs Bao Trieu, het vechtsportcentrum van Earl Blijd. En op dat centrum staat als motto: "wees niet bevreesd om langzaam vooruit te komen, maar wel om stil te blijven staan". Een krachtige wijsheid die toegeschreven wordt aan Confucius. Als je het verhaal kent van Earl Blijd, snap je waarom dit credo hem en zijn centrum past als een jas. (Zie https://www.dvhn.nl/…/De-sportschool-van-de-zwarte-panter-u…) En het biedt mij ook altijd weer perspectief.
Andere gezegdes die bij me oppopten toen ik op zoek was naar wat optimisme en perspectief, zijn (excuus, ik studeerde Frans...) "il faut reculer pour mieux sauter". Oftewel: als je een stapje terug doet (een aanloopje neemt), kun je beter springen. Dat hopen we allemaal - dat we doordat we nu stil vallen met zijn allen, straks juist de sprong kunnen nemen naar een andere wereld, waarin we het beste van wat we hadden, kunnen combineren met het beste wat nog komen moet.
Ten slotte is daar de prachtige tekst van Albert Camus "Au milieu de l'hiver, j'apprenais enfin qu'il y avait en moi un été invincible". De vertaling van deze wonderschone zin van Camus luidt: "middenin de winter, ontdekte ik uiteindelijk dat er in mij een onoverwinnelijke zomer huisde". Ooit kreeg ik tot troost een kaart met daarop de tekst "de nacht kan niet zo donker zijn, of er is altijd wel een lichtje te vinden". En daar doet de zin van Camus me direct aan denken.
In deze week herontdekte ik dat ik naast een gezonde dosis lichaamsbeweging en buitenlucht, vooral ook taal nodig heb om optimistisch te blijven en perspectief te creëren. Ik hoop dat iedereen zo’n bron van positieve energie aan kan boren.