Verplichte participatie bij buitenplanse afwijkingen van het omgevingsplan
Participatie in de Omgevingswet
Participatie is een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet. En het is verplicht voor het bevoegd gezag. De gemeente moet ervoor zorgen dat alle belanghebbenden hun mening kunnen geven over een visie of plan. Zoals een Omgevingsvisie of een Omgevingsplan. Belanghebbenden zijn bijvoorbeeld inwoners, bedrijven, verenigingen, scholen. Hoe de gemeente dit doet, is opgeschreven in het Beleid voor Inwonerbetrokkenheid en vastgelegd in de Verordening Inspraak en Participatie
Bij een omgevingsvergunning moet de aanvrager aangeven of hij omwonenden bij de aanvraag betrokken heeft. De aanvrager mag zelf weten op welke manier hij de belanghebbenden bij de aanvraag betrekt. Wel moet de aanvrager aangeven hoe hij de belanghebbenden heeft betrokken en wat de uitkomsten zijn.
Vergunningverlening: toets Omgevingsplan
In veruit de meeste gevallen is de gemeente het bevoegd gezag voor het verlenen van de vergunning. De gemeente toetst dan ook of het initiatief past in het Omgevingsplan. Daarbij zijn er drie mogelijkheden:
- Het initiatief past binnen de regels. Gemeente verleent de vergunning, want het past binnen de kaders.
- Het initiatief past met een binnenplanse afwijking. Zo’n afwijking kenden we tot 2024 ook in onze bestemmingsplannen. Dit heet onder de Omgevingswet (vanaf 2024) een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (binnenplanse OPA).
- Het initiatief past niet. Als de gemeente wil meewerken aan het initiatief, moet ze een vergunning gaan verlenen in afwijking van het omgevingsplan. Zo’n initiatief is dan een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (buitenplanse OPA, in het vervolg van dit stuk afgekort als BOPA).
Participatie bij vergunningverlening
Bij mogelijkheid 1 en 2 is participatie voor een initiatiefnemer niet verplicht. Dit zijn activiteiten die binnen de regels van het Omgevingsplan vallen. En bij het vaststellen van het Omgevingsplan zelf heeft al participatie plaatsgevonden. Participatie door de initiatiefnemer wordt wel gestimuleerd.
Participatie kan wel verplicht zijn als iemand een vergunning voor BOPA’s (mogelijkheid 3) aanvraagt. Dat zijn activiteiten die niet in het Omgevingsplan staan. Hierover heeft dus nooit eerder participatie plaatsgevonden. Of participatie in deze situatie wel of niet verplicht is, is aan de gemeenteraad om te bepalen. De gemeenteraad heeft dit vastgelegd in een lijst van categorieën van gevallen waarvoor deze verplichting geldt. De grondslag hiervoor staat in artikel 16.55 lid 7 van de Omgevingswet.
Bij deze categorieën van verplichte participatie geldt dat de aanvrager bij de aanvraag van de vergunning moet laten zien hoe hij belanghebbenden bij de aanvraag heeft betrokken. In het gemeentelijk beleid Inwonerbetrokkenheid is opgeschreven hoe wij dat voor ons zien. Hieronder vindt u de categorieën van verplichte participatie. Hierin is onderscheid gemaakt tussen bebouwd gebied en buitengebied.